Vereffening-verdeling bij scheiding van goederen
De wetgever voorziet uitdrukkelijk de beëindiging van de onverdeeldheid, ook tijdens het stelsel, behalve in geval van een bestemde onverdeeldheid (art. 1468 B.W. ), alsmede is een inkoop nu ook mogelijk zonder machtiging van de rechter (art. 1469 B.W.)
De wetgever voorziet ook uitdrukkelijk onder dit stelsel in een preferentiële toewijzing bij ontbinding stelsel (art.1389/2B.W.) wat voordien niet mogelijk was in een stelsel van scheiding van goederen.
Het gaat over de volgende goederen: de gezinswoning, de inboedel en de beroepsgoederen die onroerend of roerend zijn in geval van een gezamenlijke beroepsuitoefening, waarbij het criterium de belangen van de beide echtgenoten en hun financiële opportuniteiten zal zijn.
Bewijsregels – ongebreideld indien geen conventionele afspraken
Nieuw is dat thans alle bewijsmiddelen toegelaten worden om de schuldvordering tussen de echtgenoten te bewijzen, dus zelfs zonder een geschrift wanneer er niets conventieel geregeld is. Voor de schuldvorderingen tussen echtgenoten die tijdens dit stelsel ontstaan zal er wel zoals altijd al het geval is eerst moeten worden nagegaan wat er in het huwelijkscontract al dan niet geregeld of over afgesproken werd tussen de echtgenoten, welke vermoedens er spelen en werden afgesproken tussen de echtgenoten.